PRINSJESDAG, BELASTINGPLAN 2019

“De regering wil dit sterke land nog beter maken. De economische voorwaarden zijn daarvoor aanwezig” aldus de Koning in zijn troonrede. Met het Belastingplan 2019 gaat het kabinet opnieuw richting kiezen om ruimte en zekerheid te bieden voor nu en voor de volgende generaties.

Wij hebben de belangrijkste voorstellen uit het belastingplan 2019 samengevat in de volgende onderwerpen:

  • Maatregelen voor particulieren
  • Maatregelen voor ondernemers en rechtspersonen
  • Maatregelen met betrekking tot de BTW
  • Maatregelen auto & mobiliteit
  • Vergroeningsmaatregelen

De inhoud van voornoemde wetsvoorstellen kan tijdens de parlementaire behandeling overigens nog wijzigen. 

Maatregelen voor particulieren

Tarief inkomstenbelasting
Het toptarief in de IB en LB wordt in 2019 51,75%. In de tweede en derde schijf geldt een tarief van 38,10%. Het tarief in de eerste schijf wordt 36,65%. Voor AOW-gerechtigden geldt in de eerste schijf een tarief van 18,75% en in de tweede schijf een tarief van 20,20%.

De tarieven in de tweede en derde schijf (IB/LB) worden in de komende jaren stapsgewijs gelijkgetrokken met het nieuwe tarief in de eerste schijf (basistarief). Het basistarief voor een inkomen tot en met € 68.507 wordt in 2021 37,05%. Het nieuwe toptarief komt uit op 49,5% in 2021. Voor belastingplichtigen die niet of niet voor alle volksverzekeringen premieplichtig zijn, zoals AOW-gerechtigden, is het gezamenlijk tarief in het eerste deel lager dan in het tweede deel. Voor hen geldt dus een drie schijvenstelsel.

Wijzigingen heffingskorting
Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen toe van mensen met een inkomen tot € 50.000 per jaar. In de aanloop naar Prinsjesdag heeft het kabinet de heffingskorting in 2019 met €44 extra verhoogd om de koopkracht te verbeteren voor met name lage inkomens en uitkeringsgerechtigden. Dit komt bovenop de verhoging van € 140 uit het regeerakkoord.

Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer netto geld opleveren voor mensen met een inkomen tussen de € 20.000 en € 60.000 per jaar.

Verlaging IB/LB tarief voor hypotheekrente aftrek
Vanaf 2020 wordt het tarief waartegen aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aanmerking wordt genomen versneld afgebouwd. Het aftrektarief in 2019 bedraagt 49,0%. De afbouw bedraagt vanaf 2020 3%-punt per jaar (2,95%-punt voor 2023). Per 2023 wordt het beoogde aftrektarief van 37,05% bereikt.

Het percentage van het eigenwoningforfait wordt verlaagd. De verlaging van het (basis)percentage voor woningen met een waarde van meer dan € 75.000 vindt plaats in drie stappen van elk 0,05%-punt in de jaren 2020, 2021 en 2023. De verlaging van het percentage van het eigenwoningforfait is niet van toepassing op de bijtelling privégebruik woning die geldt voor tot het ondernemingsvermogen behorende woningen.

Verhogen maxima vrijwilligersvergoeding
Er wordt voorgesteld met ingang van 1 januari 2019 het plafond van de vrijwilligersvergoeding te verhogen tot € 170 per maand en € 1700 per kalenderjaar.

Maatregelen voor ondernemers en rechtspersonen

Verlaging aftrek tarief ondernemersaftrek
Vanaf 2020 wordt het tarief waartegen de ondernemersaftrek, de MKB-winstvrijstelling en de terbeschikkingstellingvrijstelling versneld afgebouwd. Het aftrektarief in 2019 bedraagt 49,0%. De afbouw bedraagt vanaf 2020 3%-punt per jaar (2,95%-punt voor 2023). Per 2023 wordt het beoogde aftrektarief van 37,05% bereikt.

Verlaging VPB tarief
Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt voor winsten tot € 200.000 in stappen verlaagd van 20% naar 16% in 2021 (2019 19%, 2020 17,5%). Ook voor winsten boven € 200.000 wordt het tarief verlaagd, het tarief wordt in 2021 22,25% in plaats van 21% (2019 24,3%, 2020 23,9%).

Verhoging Box II tarief
Het tarief in box 2 wordt verhoogd van 25% naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021. 

Beperking rente aftrek
Het kabinet wil een nieuwe, algemene renteaftrekbeperking invoeren voor rechtspersonen zoals een BV. De maatregel komt erop neer dat het saldo van de betaalde en ontvangen rente aftrekbaar is tot maximaal 30% van de gecorrigeerde winst. De gecorrigeerde winst is de winst vóór interest, belasting, afschrijving en andere waardedalingen. Het niet-aftrekbare deel is in principe wel door te schuiven.

Compensatie bijstandslening (ex-) ondernemers
Een ondernemer in financiële problemen kan bij de gemeente een beroep doen op algemene bijstand om in het levensonderhoud te voorzien. De gemeente verstrekt dit als een renteloze lening, welke op dat moment niet tot het fiscale inkomen van de ondernemer behoort. Na een jaar beslist de gemeente op basis van het jaarinkomen van de ondernemer of de lening geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald. Bleef terugbetaling achterwege, dan werd  het bedrag opgeteld bij het inkomen van de ondernemer. Dit leidde tot een hoger toetsingsinkomen voor een aantal inkomensafhankelijke toeslagen, met terugvorderingsproblemen tot gevolg. Met ingang van 1 januari 2017 worden deze kwijtgescholden leningen niet meer tot het inkomen van de ondernemer gerekend. Wie echter in de jaren 2014, 2015, 2016 nadeel heeft ondervonden in de toeslagensfeer door deze kwijtschelding, kan aanspraak maken op een compensatieregeling. Het toeslagrecht wordt opnieuw berekend op basis van het toetsingsinkomen zonder bijstandslening. Eerder teruggevorderde toeslagen  vervallen dan. Die terugvordering zal (inclusief rentevergoeding) door de Belastingdienst worden terugbetaald.

Let op! Om aanspraak te maken op de compensatieregeling moet een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de Belastingdienst/Toeslagen voorzien van de benodigde bewijsstukken.

Verliesverrekening
De voorwaartse verliesverrekeningsperiode in de vennootschapsbelasting wordt verkort van negen naar zes jaar. Bedrijven kunnen verliezen vanaf volgend jaar nog hooguit 6 jaar voorwaarts verrekenen met winsten. Bedrijven kunnen verliezen van voor 2019 nu nog 9 jaar compenseren in de vennootschapsbelasting. Verliezen uit 2020 kunnen nog maar tot en met uiterlijk 2026 worden verrekend. Verliezen uit 2021 tot en met 2027 enzovoort.

EIA / MIA / VAMIL
De energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil) worden voor een periode van 5 jaar verlengd tot 1 januari 2024. Het percentage van de EIA zal per 1 januari 2019 worden verlaagd van 54,5% naar 45%.

Beperking afschrijving vastgoed in de BV
Onder de huidige wetgeving kunnen B.V.’s in principe onroerende zaken tot maximaal 50% van de WOZ-waarde fiscaal afschrijven als zij deze zaken gebruiken voor hun ondernemingen. Beleggingspanden zijn af te schrijven totdat de boekwaarde gelijk is aan 100% van de WOZ-waarde. Het kabinet wil dit onderscheid in de Vpb opheffen door de afschrijvingsgrens van alle gebouwen te stellen op 100% van de WOZ-waarde. De maatregel zorgt ervoor dat het verschil tussen de boekwaarde en de toekomstige verkoopwaarde kleiner is, met als gevolg dat de belastbare winst bij verkoop van het gebouw lager is.

Rekening-Courant schuld DGA

Als de totale som van schulden van de ab-houder aan zijn eigen vennootschap meer dan
€ 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen. De maatregel treedt op 1 januari 2022 in werking. Voor bestaande eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap wordt een overgangsmaatregel getroffen.

Maatregelen BTW

Verhoging BTW tarief
Het verlaagde btw-tarief wordt verhoogd van 6% naar 9%. Er komt geen aanvullende wetgeving voor de overgangssituaties rondom de tariefwijziging.

Wijziging kleine-ondernemersregeling (KOR)
De kleine-ondernemersregeling (KOR) wordt per 1 januari 2020 gemoderniseerd. Het wetsvoorstel loopt mee in het traject van het pakket Belastingplan 2019. Kleine ondernemers met maximaal 20.000 euro omzet in Nederland kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat zij geen btw in rekening brengen aan hun afnemers en dus ook geen btw meer mogen vermelden op hun facturen. Zij zijn daarnaast ook ontheven van het doen van btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem of haar in rekening brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.

Het kabinet wil hiermee de kleine-ondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv’s.

Maatregelen auto & mobiliteit

Bijtelling elektrische auto
Er bestaat op dit moment alleen nog maar een categorie verlaagde bijtelling voor volledig elektrische auto’s. Die bedraagt 4%. In de plannen tot en met 2020 blijft het algemene bijtellingspercentage 22%. Voor volledig elektrische auto’s gaat het bijtellingspercentage van 4% vanaf 2019 gelden tot maximaal 50.000 euro van de catalogusprijs. Voor bedragen daarboven geldt het dan geldende algemene bijtellingspercentage van 22%. Uitzondering hierop zijn auto’s die op waterstof rijden.

Fiets van de zaak
Vanaf 1 januari 2020 komt er een forfaitaire regeling voor de fiets van de zaak. Er wordt een bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets voorgesteld. Waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende soorten fietsen. De bijtelling geldt als de fiets voor (een deel van) het woon-werkverkeer ter beschikking staat en door de werkgever wordt aangeschaft. Voor met de fiets van de zaak afgelegde (al dan niet zakelijke) kilometers bestaat geen recht op een belastingvrije vergoeding. Voor de ondernemer en de resultaatgenieter komen er vergelijkbare regelingen.

Vergroeningsmaatregelen

Wat vervuilender is voor het milieu wordt zwaarder belast: de belasting op aardgas gaat omhoog, die op elektriciteit omlaag. Verhuurders die huurwoningen energiezuinig verbouwen zullen vanaf volgend jaar in aanmerking komen voor een heffingsvermindering.

Hoewel deze nieuwsbrief zeer zorgvuldig wordt samengesteld, kunnen de betrokkenen bij de samenstelling en uitgave geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden.