Ontwikkeling vennootschapsbelasting

Vanaf 2019 worden de tarieven vennootschapsbelasting stapsgewijs verlaagd.

Tot een belastbaar bedrag van € 200.000 bedraagt in 2019 het “mkb-tarief” 19%; voor het meerdere geldt het reguliere tarief van 25%. In 2020 blijft het hoge vennootschapsbelastingtarief ongewijzigd, waar eerder nog tot een verlaging naar 22,55% was besloten. In 2021 zakt het toptarief vervolgens naar 21,7%, waar oorspronkelijk nog in een verlaging tot 20,5% was voorzien.

De verlaging van het “mkb-tarief” (tot een belastbaar bedrag van € 200.000) wordt in Belastingplan 2020 echter ongemoeid gelaten. In de artikelsgewijze toelichting valt (onder artikel XXI) te lezen dat dit tarief daalt naar 16,5% in 2020 en 15% in 2021.

Andere maatregelen:

•Bedrijven zullen in de toekomst in geval van verliezen als gevolg van de ontbinding van een dochteronderneming of het staken van een bedrijfsactiviteit in het buitenland minder vaak zo’n verlies kunnen aftrekken van de in Nederland gemaakte winst.

•Over winst gemaakt met innovatieve activiteiten gaan bedrijven meer belasting betalen. Het verlaagde effectieve Vpb-tarief dat zij in de Innovatiebox betalen gaat omhoog van 7% nu naar 9% vanaf 1 januari 2021.

•De betalingskorting die bedrijven in bepaalde situaties kunnen krijgen als zij de vennootschapsbelasting in één keer voldoen wordt per 1 januari 2021 afgeschaft.

Ontwikkelingen inkomstenbelasting

Box 2
Het tarief over inkomsten uit aanmerkelijk belang in box 2 bedraagt in 2019 net als in 2018 25%. Vanaf 2020 gaat het tarief in box 2 stijgen. Het tarief bedraagt 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021.


Box 3
De heffing in box 3 wordt per jaar aangepast aan de rendementsontwikkeling van de verschillende categorieën beleggingen en is daardoor niet vooraf met zekerheid te voorspellen voor de komende jaren. . Inmiddels is wel iets meer duidelijk geworden over de vormgeving van box 3. Kernboodschap van de brief die de staatssecretaris hierover naar de Tweede Kamer heeft gestuurd is dat spaarders minder zwaar worden belast.

Wanneer dividend uitkeren?

De vraag, wanneer het uitkeren van dividend gunstig uitvalt, is als je puur naar de belastingtarieven kijkt te beantwoorden met “2019”, aangezien daarna de tarieven uiteen gaan lopen. Met name de stijging van het box 2 tarief in 2020 is een belangrijke overweging bij de beslissing of u nu of op een later tijdstip dividend uitkeert. Maar de tarieven vormen natuurlijk maar één aspect van het verhaal.

Bedraagt de omvang van de schuld aan uw bv (veel) meer dan vanaf 2022 is toegestaan, dan speelt ook de vraag hoeveel geld u aan de bv kunt onttrekken zonder de continuïteit van die bv in gevaar te brengen. Over het uitgekeerde dividend betaalt u belasting in box 2, en het uitgekeerde bedrag – of een deel daarvan - kunt u vervolgens gebruiken om uw schuld aan de bv te verkleinen. Hoe veel geld u nodig hebt, hoe vaak u in de komende jaren staat zult zijn om dividend uit te keren uit uw bv, en of u op deze manier voor 2022 uw schuld voldoende kunt beperken, hangt af van uw persoonlijke situatie.

Alles bij het oude laten is in het geval van een omvangrijke schuld aan de bv af te raden. Over het ‘teveel’ aan schuld zou u vanaf 2022 namelijk het dan geldende IB-tarief in box 2 aan de Belastingdienst verschuldigd zijn, wat neerkomt op een heffing van 26,9%. Alles wat u voor 2021 kunt aflossen, kost u minder.