Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er voor de heffingskortingen onderscheid zal worden gemaakt tussen inwoners en niet-inwoners van Nederland. In de loonbelastingtabellen voor 2019 komen er drie soorten werknemers:
- Werknemers die inwoners zijn van Nederland;
- Werknemers die inwoner zijn van een andere lidstaat van de EU, van een EER-land (IJsland, Noorwegen en Liechtenstein), Zwitserland of de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba);
- Werknemers die inwoner zijn van een derde land, dat wil zegen van een land dat niet valt onder 1 of 2.
Voor elk van deze drie groepen werknemers komen er drie aparte loonheffingstabellen.
De heffingskorting bestaat uit een belastingdeel en een premiedeel. Op dit moment heeft iemand die onder de loonbelasting valt, recht op het belastingdeel van de heffingskorting.
En iedereen die (gedeeltelijk) verzekerd is voor de volksverzekeringen, heeft ook recht op het premiedeel van de heffingskorting.
Vanaf 2019 hebben alleen inwoners van Nederland recht op het belastingdeel van de loonheffingskorting. Niet-inwoners hebben alleen recht op het premiedeel, als ze in Nederland verzekerd zijn voor de volksverzekeringen.
Vanaf 2019 is het dus belangrijk om te bepalen van welk land de werknemer inwoner is.
Dit moet worden bepaald aan de hand van de permanente woon- of verblijfplaats. Bij twijfel over de vaste woonplaats, kan de werknemer een woonplaatsverklaring aanvragen bij de Belastingdienst.